Er is al lange tijd een ware kruistocht tegen gsm’s, tablets en (game)computers gaande. Als we uit eten gaan ben ik de eerste die zijn gsm er bij pakt. Want wat is natuurlijker dan uren gezellig kletsen, waarna even iedereen inzinkt en er een moment van stilte ontstaat. De eerste persoon pakt zijn telefoon en de tweede en derde volgen. Na 10 minuten stilte is iedereen in zijn eigen social media wereld. Plots komt iemand met de nieuwste roddel en binnen een seconde wordt er weer uren vurig gekletst. Dit is natuurlijker dan ieder moment van stilte voorkomen door dooddoeners en cliché uitspraken.

Nieuwe technologie is altijd verdacht en ongewenst, net als nieuwkomers. Ze moeten eerst ongeveer een eeuw onder ons zijn, dan pas vertrouwen we hen. De eerste auto’s en vliegtuigen werden vervloekt want we waren niet geboren met wielen of vleugels. In Nederland dacht men dat koeienmelk zuurder zou worden vanwege de eerste treinen die reden (koeienschrik!). En 5G is dood, verderf en verdoemenis.

 

Het meest idiote schrijf ik nu pas: ouders zijn ten einde raad want hun kinderen hebben woede aanvallen als je de spelcomputer afpakt. Ja duh! Als een kind in een mega spannende voetbal wedstrijd op straat zit en zijn moeder trekt hem aan zijn armen er uit omdat het etenstijd is, dan ontplof íeder kind. Mijn kind van negen mag op een zaterdag zelfs 3 uur op zijn tablet, als hij maar tussen ieder uur zo’n 2 uur voetbalt, tekent of tikkertje speelt. Dat heet geen verwaarlozing maar loslaten en vertrouwen.

Jouw kind zit niet te wachten op je ontferming en wijs advies. Speel een uur Monopolie of verstoppertje maar bevrijd hem daarna van je restricties. Zelf keek ik als puber bijna elk zaterdag ochtend aan één stuk door 4 uur T.V. omdat mijn ouders pas tegen 11.00 wakker werden. Maar ik fietste ook 4 uur tot ik er bij neerviel, voetbalde tot dorst me deed stoppen en stoeide tot ik bont en blauw zag. Dit heet evenwicht en is niet bij jongeren zoek, maar vooral bij ouders.

Mijn lessen in het beroepsonderwijs bewijzen elk jaar weer dat de gamers onder mijn leerlingen veel beter Engels spreken dan niet-gamers. Een ‘gamer’ communiceert soms met tientallen spelers uit verschillende continenten en leert Engels uit plezier en door (spel)noodzaak. Daar kan geen enkele docent Engels tegen op. Ze zijn niet perse asociaal. Integendeel, misschien wel socialer omdat ze zowel via een headset als beeld, in contact staan met tientallen onbekende gamers. Zo ontstaan er vriendschappen. Men zoekt elkaar op op het schoolplein of honderden kilometers verderop in gamekampioenschappen en verdienen meer geld dan hun ouders in heel hun leven zullen verdienen.

Ja, er bestaan ‘game- en sociaal media-verslaafden’ maar de meeste jongeren zitten niet in gsm-afkick-instituten of op straat vanwege social media. Daar zorgen andere problematieken (en soms opvoeders ) voor. Als vandaag uw kind voor de derde keer vraagt of het weer tablet mag kijken, zeg dan niet: hoe lang heb je al gekeken? Zeg gewoon: Hartstikke mooi, zullen we dan na een uurtje samen worstelen, fietsen of kijken of je vrienden op het pleintje voetballen? Dan mag je daarna weer op je gamecomputer!

En als laatste: als ik en mijn kind weer ons mobieltje er bij pakken tijdens een etentje in een restaurant, kijk dan niet afkeurend mij kant op. Bedenk dat dit gezin 2 uur oorlogje heeft gespeeld, een uur samen hebben ‘ge-monopolie-d’ en fietsend naar het restaurant is gekomen! Dat is meer quality time dan het ‘mobielloze’ gezin naast ons dat een uur vervreemd en mors voor zich uit zit te staren!

Auteur: Ferit Tuglaci

Ferit Tuglaci is 41 jaar, getrouwd en vader. Studeerde theologie en religiewetenschappen en is eerste graad docent levensbeschouwing. Sinds 2006 heeft hij op een VO en MBO de vakken levensbeschouwing, Mens & Maatschappij en Burgerschap gegeven.

Leave A Comment